MATERIALEN KLEDING
Stoffen worden geweven en gebreid van garens, en garens worden gemaakt van vezels. Katoen en linnen zijn plantaardige vezels. Zijde, wol en angora zijn voorbeelden van dierlijke vezels. Eind negentiende eeuw werd kunstzijde of viscose uitgevonden: een halfsynthetische vezel op basis van cellulose (houtpulp), die machinaal tot garen wordt gespoten. In 1938 kwam de eerste volledig synthetische vezel op de markt: nylon of polyamide, gemaakt uit aardolie en gespoten tot garen. Sinds die tijd zijn andere natuurlijke en synthetische garens ontdekt en verbeterd. Ze hebben elk hun eigen kwaliteiten, die in mengsels worden uitgewisseld.